Om tot een goed behandelingsvoorstel te komen is het van belang de schades en zwakke plekken te inventariseren. De prioriteit van restauratie ligt bij het behoud van een object. Onderzocht wordt o.a. of de verf nog goed is aangehecht, of er gaten en/of scheuren zitten in het schilderij en of de drager nog in goede staat is.
Met de drager wordt het linnen, het paneel, de koperen plaat of elk ander materiaal bedoeld dat is gebruikt als ondergrond voor een schilderij.
Als dit allemaal in orde is gemaakt betekent het dat het schilderij is geconserveerd; het behoud is voor langere tijd zeker gesteld.
Dit wordt onder het hoofdje constructieve restauratie verder toegelicht met voorbeelden.
Daarna worden de overige schades en zwakke plekken onderzocht. Bedoeld wordt bijv. oppervlaktevuil (rook, roet etc.), vergeelde vernislagen en oude overschilderingen. Al de zaken die uiterst storend kunnen zijn, maar geen risico vormen voor het behoud van het schilderij. Soms moet een lastige afweging worden gemaakt aangaande het al dan niet verwijderen van een overschildering. Zie hiervoor de toelichting bij de cosmetische restauratie.
Als de benodigde informatie op hierboven vermelde manier is verzameld kan een restauratieadvies worden gemaakt.
Deze wordt met een kopie naar de eigenaar gestuurd. Nadat het door de eigenaar voor akkoord is ondertekend wordt er tot restauratie overgegaan. Tot die tijd zijn er in samenspraak nog wijzigingen in de behandeling mogelijk en kunnen de bevindingen worden gecheckt, zoals bijvoorbeeld een schoonmaakproefje. Tijdens de restauratie kan het verloop ten allen tijde in het atelier worden gecontroleerd.